II.2
Joris De Baets
± 1540

HOME PAGE
Contact
Web-Links
Historische Documenten
Stamlijst
I - Adriaan (±1510)
II - Joris (±1540)
III - Joris (±1570)
IV - Adriaan (±1600)
V - Joris (1623)
VI - Pieter (1661)
VII - Jan (1706)
VIII - Maarten (1738)
IX - Pieter (1776)
X - Carolus Franciscus (1804)
XI - Alexander (1859)
XII - Raymond (1887)
XIII - Roger (1913)


  • Landbouwer te Waarschoot Oostmoere
  • Geboren omstreeks 1540 (?) te Waarschoot Oostmoere (?)
  • Echtgenote onbekend
  • Overleden na 1577
  • Protestantse hagepreken en godsdienstoorlogen
  • De verwoesting van het klooster en de kerk van Waarschoot door de geuzen

Zoals zijn vader Adriaen is Joris landbouwer te Waarschoot Oostmoere.

Men zich reeds de vraag stellen waar hij op 11 juli 1566 naartoe gegaan is : naar de eerste hagenpreek die plaats vond in de Pokmoer, een verlaten moergebied op de grens tussen Waarschoot en Eeklo ? Wel wordt zijn naam niet vermeld door Frans De Potter, in de geschiedenis van Oostwinkel waar een lijst voorkomt van de ballingen van 1568 in Waarschoot (FRANS DE POTTER - JAN BROECKAERT, Geschiedenis van de Gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen - Arrondissement Gent). Wel vonden we een verbannen Jan de Baets uit Merendre maar van wie we het familieverband niet kennen. De verbanning was inderdaad één van de veroordelingen die men kon oplopen wanneer men deelnam aan protestantse hagenpreken.

(voor familievorsers die ook roots in Waarschoot hebben, volgen hier de namen van de, in 1568 verbannen inwoners van Waarschoot: Anna de Vlieghere fa. Jacob, Geerolf Maenhout, Joost de Vlieghere, Jacob de Vlieghere, Jozyne van der Keercken, Jan Buuse, Joris de Keersele, Jozyne van Speybrouck, Joost en Anna de Vlieghere (kinderen van Jacob), Matthias Standaert, Marten de Groote, Zeger Sierens, Simoen de Roo).

De hagenpreken waren open predikaties in open lucht waartoe de protestanten in 1566,
alle geheimhouding afwerpend, overgingen. Duizenden mensen woonden allerwegen deze
samenkomsten onder psalmgezang bij. Toen landvoogdes Margaretha van Parma
plakkaten tegen de hagenpreken uitvaardigde, kwam men gewapend ter preek. Op de
afbeelding staat de predikant rechtsboven aan een soort preekstoel tussen de bomen.

In die beroerde tijden zal hij wel in 1580 de bijna gehele verwoesting van de kerk hebben meegemaakt en zal hij misschien, als ongeveer 40-jarige deelgenomen hebben aan het gevecht tussen de Staatse troepen van Willem van Oranje en de inwoners.

"Het is niet helemaal duidelijk hoe de kerk van Waarschoot verwoest is. In elk geval heeft het iets te zien met een bezetting van eigen verdedigingstroepen, o.a. koninklijke Spaanse troepen en ook soldaten van de Oudburg, die door onachtzaamheid brand in de kerk stichtten. In datzelfde jaar had ook het tragische treffen plaats tussen Staatse soldaten en plaatselijke inwoners, waarbij niet minder dan 43 mensen omkwamen"
(Bron : Geschiedenis van Waarschoot - Achiel De Vos blz 164).

Wel vonden we het volgende verhaal:
(Frans De Potter - Jan Broeckaert in Geschiedenis van de Gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen - Arrondissement Gent - Deel 7- Waarschoot - Klooster van Onze Lieve Vrouwenhove - p.88)

" De 23e prior was Andreas Coymans, aangesteld in 1561, en te Waarschoot tien jaren later overleden. - Na hem (1571), kwam Philip de Steercke, een Gentenaar, die reeds het priorschap in de abdij van Boudeloo waarnam. Het is onder zijn bestuur, bepaaldelijk den 26 Augusti 1580, dat het klooster van Waarschoot door de Geuzen werd besprongen. De prior zelf werd gevangen weggeleid naar Brugge, en slechts voor eenen losprijs van 2.426 gulden weder in vrijheid gesteld. De kloosterlingen uit vrees voor de beeldstormers uiteengegaan zijnde, zagen deze de kans schooner dan elders om hunne plunder- en vernielzucht bot te vieren: het jaar nadien met nog heviger woede Waarschoot invallende, braken zij in het sticht, roofden er al wat vervoerbaar was, leverden de gebouwen aan de vlammen over, en sloegen de hand aan al de onroerende goederen des kloosters, die zij ten kleinen prijze verkochten, de weldaden vergetende die de monniken zoo ten opzichte van onderwijs als van liefdadigheid in de gemeente verspreidden....".

Joris blijft waarschijnlijk afzijdig van die reformatorische godsdienstbeweging, inderdaad, in 1571 pacht hij een hofstede van Jacop de Reytere, zoon van Christoffel. Christoffel de Reytere was Amman van Waarschoot in 1532, 1539. Zijn zoon Jacop was Amman van Waarschoot in 1557 - 1571 en 1574-1577. Hij was schepen van het Ambacht Waarschoot in 1577. (Bron : Geschiedenis van Waarschoot - Achiel De Vos - pg 126 en 127).

Bron : Kohier XX ste penning 1571
"Pacht Oostmoere f°20 - Jooris de baets h i p (houdt in pacht) een behuusde hofstede groot omtrent een ghemet van Jacop de Reytere (ongeveer 4.456 m2)".

HIj bezit ook 125 roeden land (1.857 m2)

"Proprieteyt Oostmoere f° 124 Jooris de baets gheeft over hondert ende 25 r. landts"

In hetzelfde jaar 1571 wordt hij eigenaar van de hofstede die hij van Jacop de Reytere pachtte en betaalt hierop een rente aan de kerk van Waarschoot.
Bron : R.A.G. Waarschoot Kerk nr 28 - Renteboek Nr 1571 "Dit es den rentenbouck toebehoorende der kercke van Waarschoot ende was ghescreven in 't jaer 1571"

"f°28 vo Jooris de baets by coope jeghens Jacop de reytere - besedt up syn stede ten Oostmoere, Jan de baets es ghelant met synder stede an de noortsyde oost t'sheerenstraete suut Matthys de Pau" (de naam Jan is later doorstreept en vervangen door die van zijn zoon Daneel). Meer zekerheid over de ligging van de hofstede kan verkregen worden door te bepalen tot waar 's Herenstraat liep. Op oude plannen in het Rijksarchief te Gent vonden we de naam 's Heerenstraete voor de Weststraat en ook voor het stuk voorbij de Keere naar de kerk toe. Liep de 's Heerenstraete door naar Lembeke via Koude Keuken naar Lembeke of richting Oostmoer ? Zoals verder blijkt zal deze hofstede later overgaan op de schoonzoon, van Jooris : Jooris Buysse die ze tussen 1639 en 1648 zal verkopen aan een Jan De Baets, zoon van Ghislenus.

In 1577 verpacht Jooris 800 roeden land aan Jooris Martijns (Martens, een voorzaat van Wilfried Martens ?).

Bron : Kohier XX ste penning 1577 :
"Pachte Oostemoere f° 23 Jooris Martijns ende pe houden in pachte van Jooris de baets 800 roen landts (of 11.883 m2)"

Hij verpacht ook één gemet en half aan Christoffel van der Hoogerstraeten :
"Pachte Oostmoere f° 26 Christoffel vander hoogerstraeten h i p van Jooris de baets een ghemet en alf (of 6.684 m2)"

De hofstede die Jooris gekocht heeft van Jacop de Reytere heeft een oppervlakte van 270 roeden met daarbij 200 roeden land of in het totaal 6.981 m2.

Bron : Kohier XX ste penning 1577 :
"Proprieteyt Oostmoere f° 89 Jooris de baets gheeft over een behuyst ofstede groot 270 r. deselven gheeft over 200 r. landts".

De kinderen van II.2.Joris.

  • III.1. ? - een dochter, gehuwd met Jooris Buysse.
    Daarover is zekerheid :
    - in het Kohier XX ste penning 1571 f° 28 vo, werd later boven de naam van Jooris de baets als rentebetaler de naam van de nieuwe rentebetaler geschreven : "Jooris Buusse ende syn huusvrauwe".
    - in het renteboek anno 1599 van Waarschoot Kerk Nr 29 f° 25 vo : "betaalt tot bamesse (1 oktober) 1621 Jooris Buusse over syn huisvrouwe, dochter Jooris de baets commende voortijts van Jacop de Reyter Besedt up syn stede tot Oostmere, Daneel de baets an de noortsyde met syn stede, oost 't sheerenstraete suut Daneel van Speybrouck van Lerene" (Uit de vergelijking met de vorige plaatsbepaling kan men tevens afleiden dat Daneel een zoon is van Jan De Baets en dat het goed van Matthys de Pau nu eigendom is van Daneel van Speybrouck van Leerne).
    Jooris Buysse zal later de hoeve verder verkopen aan een Jan De Baets, zoon van Ghislenus:
    Bron : Renteboek anno 1648
    - Waarschoot kerk Nr 30 : "f° 25 de wede en hoors Jan de baets fs. Gheleyns (Gislenus) by coope van Jooris Buysse."
    - "besedt up syn stede ten Oostmoere noort dhoors Daneel de baets met hare stede oost s'heerenstrate suyt de stede commende van Daniel van Speybrouck tot Leerne" (Daneel, de zoon van Jan was dus reeds overleden in 1648).
    N.B. : verder zal bij Adrianus IV blijken dat deze verkoop na 1639 gebeurde vermits Adrianus de hoeve pacht van Jooris Buysse.
  • III.2. ? - Hans ?
  • III.3. ? - Lieven ?
  • III.4. ? - Jan ?
  • III.5. ? - Gabreel ?
    Deze vier namen worden vermeld in 1593 en 1596 op de rol van de soort burgerwacht van de parochie van Waarschoot samen met andere familiegenoten (periode van de godsdiensttroebelen 1580 tot 1610). De mannen waren gewoonlijk tussen 18 en 60 jaar oud. Zij werden regelmatig geschouwd.

    Bron : R.A.G. Oudburg nr 1865
    "Rolle van de mannen ende personene dienende ter wacht binne de prochie van Waarschoot conforme grn. (?) placate danof weezende vernieuwt de 20 juny 1593"

    • Arisdonk : Joorys de baets een pyck
    • Voorde : Jacques de baets een pyck
      (In 1596 is Jacques niet meer vernoemd : te oud ? overleden ?)
    • Kere & Weststraete : Joos de baets een roer
    • Oostmoere :
      Hans de baets een pyck
      Lieve de baets een pyck
      Jan de baets ghequetst
      Gabreel de baets een pyck

    Een "pyck" of piek was een stootwapen van 3 tot 8 m lang met een driekantig of bladvormig ijzeren punt en een lange houten schacht van eik of es. Het geliefkoosde wapen in de 17e eeuw van het Vlaamse, Zwitserse en Duitse voetvolk (bron: OSSIEUR Edgard, De monsterrol van Sint-Kruis-Winkel anno 1583, voetnoot 7 in: Vlaamse Stam 43e jaargang, nr 5, p 467).

  • III.6.? - Jooris of Joris (volgt sub III.6.)

Volgende Generatie

 

l wat vervoierbaar was