Adegem tijdens den Oorlog van 1914 - 1918 (2/5)


Gemeente Adegem - Oorlog 1914 - 1918

(p. 2/5)

Opeischingen.

Het opeischen der beesten werd in 1917 en 1918 min of meer gestuit en geregeld. Door middel van lijsten welke de Duitschers bezaten over de grootte van den veestapel op onze gemeente. Vooral runddieren werden dan opgeeischt.

In 1917 richtten de Duitschers een melkerij op in 't dorp. Al de melk moest er geleverd worden. Om te beletten dat de boeren nog boterden moesten de karnen en de bollen der afroomers ingebracht worden.

De oogst werd in zijn geheel in beslag genomen, behalve een klein deel dat werd afgestaan voor 't huisgezin. Er werd veel verborgen en weggesmokkeld.

De aardappelen werden opgeëischt en lagen te verrotten in groote magazijnen, terwijl honderden gebrek leden.

Buiten de gewone opeischingen werd in 1917 koper, wol en tabak opgevorderd. Velen verborgen het in den grond. Huiszoekingen werden gedaan, de schuldigen werden geboet.

Opeischen van werklieden.

Alle mannen van 15 tot 45 jaar waren aan een blijvend nazicht onderworpen. In Februari 1917 werd den dienst uitgebreid.

Tengevolge der onafgebroken aanvallen der verbondenen op alle fronten, waren de overtollige reservetroepen der Duitschers ras verminderd. Men zocht alle middelen om mannen aan te werven. Het is dan dat Hindenburg op 't gedacht kwam de Belgische werklieden van het bezette gedeelte te verplichten in Duitsland te gaan werken om zoo de Duitsche werklieden te gebruiken in munitiefabrieken of aan 't front.

In October 1915 eischte men de werkloozen op in het étappengebied.
Voorwendsel : de lasten van 't steuncomiteit verminderen.
Middelen : stilleggen van fabrieken en openbare werken.
Uit vrijen wil : weinig, niettegenstaande het beloven van groote lonen.
Uit dwang : de gemeentebesturen moeten een lijst der werkloozen opmaken maar weigeren.
De Duitschers komen ze dan zelf halen.

Wat die jongens geleden hebben is onbeschrijflijk. Eenige Adegemnaars werkten op het Fransche front, andere werden naar Halewijn gezonden. Het meerendeel werkte aan de herstellingen langs den Schipdonkschen vaart, n.l. te Ronsele, Somerghem, Balgerhoeke, enz.

.../...